Gebruik van de serre het ganse jaar door.
Gastspreker Philip Vandesompele keek zijn ogen uit toen 132 leden kwamen opdagen om naar zijn voordracht te komen luisteren. Onder hen ook een fijne delegatie van onze nieuwe Tuinhiervrienden uit Zwevegem. We hebben hen laten kennismaken met de Deerlijkse gastvrijheid en hen warm onthaald.
Philip stak van wal dat de serre het best Oost-West georiënteerd is. Plaats de serre liefst ietsje hoger zodat de grond niet te nat is/wordt.
De voorkeur gaat uit naar een glazen serre. Deze is misschien wat kostelijker in aankoop maar heeft een langere levensduur dan een plastiek serre. Ook de warmte blijft er langer binnen en zijn er minder temperatuurschommelingen. Wie gekrakeleerd glas kan steken in het dak, doen !
Tracht zo groot mogelijke vensters in te werken. Dit is beter voor de temperatuurschommelingen en probeer een tussenschot in de deur te zetten. Zo bekom je een schouweffect in de verplaatsing van de lucht.
Voor het geven van water is de voordeel van de twijfel van doen. Twijfel je in de winter of het te droog is, geef dan geen water. Twijfel je in de zomer of het te droog is, geef dan wel water. Tracht altijd van onderaan water te geven. Zowel bij het zaaien in potjes als in volle grond.
Steek zeker wat compost in je serre. Dit is goed voor de waterhuishouding en maakt de grond iets lichter. Zeker zware grond lichter maken met zand. Spoel zoutconcentraten weg op een geleidelijke manier. Onder water zetten is niet altijd zo'n goed idee. Om zoutopstapeling te voorkomen gebruik je beter organische meststoffen of in beperkte mate wat scheikundige bemesting in de winter.
Een ventilator in de serre is goed om valse meeldauw en witziekte te vermijden. Een tabaksplant trekt ook heel wat beestjes aan, die letterlijk blijven plakken. Ook basilicum is een biologisch middel tegen vele ongewenste beestjes. Weet dat bij hevige hitte de bladen kunnen verbranden. Vandaar dat het 'witten' van het dakglas een goeie oplossing kan zijn.
Tracht koolwitjes uit je serre te houden, zo voorkom je rupsen. Aardrupsen pluk je best weg en slakken worden helaas nog best bestreden met de 'blauwe korrel'.
Eigenlijk mag je de serre het ganse jaar gebruiken. Liefst zelf. Blote grond is eigenlijk niet van doen.
Sla kan een van de eerste teelten zijn in de serre. Zaaien kan in (pers)potjes. Om uit te planten is een temp van 15 graden ideaal. Zet je potje 2/3 boven een vochtige grond. Zo voorkom je schimmel- en rottingsproblematiek.
Veldsla, liefst de kortbladige soorten, zet je best in rijen van 15 cm van elkaar. De perspotjes zet je hier op de grond.
Vroege bloemkolen plant je best in november om te oogsten eind mei. Hou rekening met de soort bloemkool i.v.m. plantafstand en grootte. Een beetje stikstof kan hier wonderen verrichten. Wegens de vroege teelt is de koolvlieg nog niet actief. Geef bloemkolen niet te veel water.
Courgettes zaai je best in maart en plant je uit in april. 15 graden is wenselijk. Oogsten kan vanaf mei. Courgettes houden van een beetje potas. Hier mag het perspotje helemaal in de grond, aangezien je de plant kan laten rekken langs een stok. Bij vroege aanplant kan je de voeten van de planten warm houden met een beetje zwarte plastiek. De eerste bloemen moet je zelf met het borsteltje bestuiven. Pluk eventueel de eerste vruchten weg om zo eerst een sterke plant op te kweken.
Natuurlijk mogen tomaten niet ontbreken in een serre. Het gamma aan soorten is immens. Tomaten houden van licht en warmte. Tracht gelijkmatig water te geven van het moment dat de eerste tomaten groeien. Let op vruchtafwisseling in de serre, want wanneer er 'tomatenmoeheid' optreedt, ben je er aan voor een aantal jaren. Met geënte rassen voorkom je dat probleem. Tomaten kan je zaaien eind maart in een isomobak, beetje wit zand gebruiken en een doorzichtig plaatje erop leggen. Tomaten zijn niet echt stikstofliefhebbers. De perspotjes mogen hier ook gelijk met de grond geplant worden. Aanbinden kan je met een touw of klipsen, liefst kort na de middag. Vergeet niet om regelmatig te 'luizen'. Bladplukken helpt voor de circulatie van extra licht en lucht.
Wie gelijkmatig water geeft zal weinig last krijgen van neusrot en barsten in de vruchten. Valse meeldauw bestrijd je best met zwavel. In warme zomers kan de hitte de tomaten doorschijnende vlekken bezorgen. Rond 10 augustus knijp je best de top eruit zodat de resterende tomaten kunnen afrijpen. Ze bewaren best met een temperatuur van 10-12 graden.
Achteraf werd getoost op het nieuwe jaar, een goeie gezondheid en veel arbeidsvreugde en een hartelijke welkom aan onze vrienden van Zwevegem.
Gastspreker Philip Vandesompele keek zijn ogen uit toen 132 leden kwamen opdagen om naar zijn voordracht te komen luisteren. Onder hen ook een fijne delegatie van onze nieuwe Tuinhiervrienden uit Zwevegem. We hebben hen laten kennismaken met de Deerlijkse gastvrijheid en hen warm onthaald.
Philip stak van wal dat de serre het best Oost-West georiënteerd is. Plaats de serre liefst ietsje hoger zodat de grond niet te nat is/wordt.
De voorkeur gaat uit naar een glazen serre. Deze is misschien wat kostelijker in aankoop maar heeft een langere levensduur dan een plastiek serre. Ook de warmte blijft er langer binnen en zijn er minder temperatuurschommelingen. Wie gekrakeleerd glas kan steken in het dak, doen !
Tracht zo groot mogelijke vensters in te werken. Dit is beter voor de temperatuurschommelingen en probeer een tussenschot in de deur te zetten. Zo bekom je een schouweffect in de verplaatsing van de lucht.
Voor het geven van water is de voordeel van de twijfel van doen. Twijfel je in de winter of het te droog is, geef dan geen water. Twijfel je in de zomer of het te droog is, geef dan wel water. Tracht altijd van onderaan water te geven. Zowel bij het zaaien in potjes als in volle grond.
Steek zeker wat compost in je serre. Dit is goed voor de waterhuishouding en maakt de grond iets lichter. Zeker zware grond lichter maken met zand. Spoel zoutconcentraten weg op een geleidelijke manier. Onder water zetten is niet altijd zo'n goed idee. Om zoutopstapeling te voorkomen gebruik je beter organische meststoffen of in beperkte mate wat scheikundige bemesting in de winter.
Een ventilator in de serre is goed om valse meeldauw en witziekte te vermijden. Een tabaksplant trekt ook heel wat beestjes aan, die letterlijk blijven plakken. Ook basilicum is een biologisch middel tegen vele ongewenste beestjes. Weet dat bij hevige hitte de bladen kunnen verbranden. Vandaar dat het 'witten' van het dakglas een goeie oplossing kan zijn.
Tracht koolwitjes uit je serre te houden, zo voorkom je rupsen. Aardrupsen pluk je best weg en slakken worden helaas nog best bestreden met de 'blauwe korrel'.
Eigenlijk mag je de serre het ganse jaar gebruiken. Liefst zelf. Blote grond is eigenlijk niet van doen.
Sla kan een van de eerste teelten zijn in de serre. Zaaien kan in (pers)potjes. Om uit te planten is een temp van 15 graden ideaal. Zet je potje 2/3 boven een vochtige grond. Zo voorkom je schimmel- en rottingsproblematiek.
Veldsla, liefst de kortbladige soorten, zet je best in rijen van 15 cm van elkaar. De perspotjes zet je hier op de grond.
Vroege bloemkolen plant je best in november om te oogsten eind mei. Hou rekening met de soort bloemkool i.v.m. plantafstand en grootte. Een beetje stikstof kan hier wonderen verrichten. Wegens de vroege teelt is de koolvlieg nog niet actief. Geef bloemkolen niet te veel water.
Courgettes zaai je best in maart en plant je uit in april. 15 graden is wenselijk. Oogsten kan vanaf mei. Courgettes houden van een beetje potas. Hier mag het perspotje helemaal in de grond, aangezien je de plant kan laten rekken langs een stok. Bij vroege aanplant kan je de voeten van de planten warm houden met een beetje zwarte plastiek. De eerste bloemen moet je zelf met het borsteltje bestuiven. Pluk eventueel de eerste vruchten weg om zo eerst een sterke plant op te kweken.
Natuurlijk mogen tomaten niet ontbreken in een serre. Het gamma aan soorten is immens. Tomaten houden van licht en warmte. Tracht gelijkmatig water te geven van het moment dat de eerste tomaten groeien. Let op vruchtafwisseling in de serre, want wanneer er 'tomatenmoeheid' optreedt, ben je er aan voor een aantal jaren. Met geënte rassen voorkom je dat probleem. Tomaten kan je zaaien eind maart in een isomobak, beetje wit zand gebruiken en een doorzichtig plaatje erop leggen. Tomaten zijn niet echt stikstofliefhebbers. De perspotjes mogen hier ook gelijk met de grond geplant worden. Aanbinden kan je met een touw of klipsen, liefst kort na de middag. Vergeet niet om regelmatig te 'luizen'. Bladplukken helpt voor de circulatie van extra licht en lucht.
Wie gelijkmatig water geeft zal weinig last krijgen van neusrot en barsten in de vruchten. Valse meeldauw bestrijd je best met zwavel. In warme zomers kan de hitte de tomaten doorschijnende vlekken bezorgen. Rond 10 augustus knijp je best de top eruit zodat de resterende tomaten kunnen afrijpen. Ze bewaren best met een temperatuur van 10-12 graden.
Achteraf werd getoost op het nieuwe jaar, een goeie gezondheid en veel arbeidsvreugde en een hartelijke welkom aan onze vrienden van Zwevegem.
Plantenruilbeurs
Frans Tack uit Meulebeke werd weer bereid gevonden om de vele planten te bespreken die door onze leden werden meegenomen. Van een paar honderd werd de groei- en snoeiwijze uitvoerig besproken als ook de manier waarop ze gesnoeid en onderhouden moesten worden.
De 100 aanwezigen luisterden heel aandachtig terwijl een 40-tal grondstalen onderzocht werden op hun Ph-waarde.
Een geslaagde zondagvoormiddag en iedereen ging met heel wat plantenkennis en nieuwe planten terug naar huis. Veel succes ermee.
Frans Tack uit Meulebeke werd weer bereid gevonden om de vele planten te bespreken die door onze leden werden meegenomen. Van een paar honderd werd de groei- en snoeiwijze uitvoerig besproken als ook de manier waarop ze gesnoeid en onderhouden moesten worden.
De 100 aanwezigen luisterden heel aandachtig terwijl een 40-tal grondstalen onderzocht werden op hun Ph-waarde.
Een geslaagde zondagvoormiddag en iedereen ging met heel wat plantenkennis en nieuwe planten terug naar huis. Veel succes ermee.